De term ‘leerstoornissen’ is een verzamelnaam voor meerdere problemen die kinderen of jongeren kunnen hebben wanneer zij in het lager of middelbaar onderwijs zitten. Deze moeilijkheden kunnen alleen voorkomen of in combinatie met andere. Leerstoornissen kunnen niet verholpen worden, maar mits aangepaste behandeling kan heel wat worden bijgestuurd. Daarom is snel doorverwijzen noodzakelijk om te voorkomen dat er emotionele problemen ontstaan zoals faalangst of gedragsmoeilijkheden. Verder is het volgen van therapie belangrijk om vast te kunnen stellen hoe hardnekkig het probleem is. Gaat het om een achterstand die weer kan worden ingehaald of is het een hardnekkige stoornis? In geval van een stoornis kan er een attest worden uitgeschreven door een logopedist. Zo kunnen wij samen met de school STICORDI-maatregelen uitwerken op maat van het kind. Door middel van STImuleren, COmpenseren of DIspenseren in de klas, kan het kind de capaciteiten die het heeft ook echt laten zien, ondanks de leerstoornis. Aangezien de automatisatie bij kinderen met dyslexie en/of dysorthorografie zeer moeizaam verloopt, kan er worden overgeschakeld op het leren werken met voorleessoftware en/of spellingssoftware onder begeleiding van de logopedist.
Dyslexie
Kinderen met dyslexie hebben problemen met het leren lezen. Zij lezen trager, blijven spellend lezen of lezen veel fouten. Deze moeilijkheden zijn hardnekkig ondanks een goede intelligentie en een goede begeleiding thuis en op school. De klanktekenkoppeling automatiseert onvoldoende en woordbeelden worden niet automatisch opgeslagen zoals bij andere kinderen. Dit maakt dat zij lang blijven worstelen met de technische kant van het lezen. Het begrijpend lezen kan hierdoor ook zwakker zijn, omdat het kind alle energie nodig heeft voor het technisch lezen van de woorden. Zij verliezen zo de aandacht voor het inhoudelijk lezen.
Dysorthografie
Bij dysorthografie vertonen leerlingen opvallende spellingmoeilijkheden die niet (meer) passen binnen het niveau van de klas. De leerlingen automatiseren de spellingsregels onvoldoende en hebben het moeilijk met het opslaan van de schrijfwijze van allerlei onthoudwoorden. Op kleine dictees vallen ze meestal niet uit, omdat ze dan nog terug kunnen vallen op hun geheugen. Maar vanaf dat er verschillende woordsoorten bevraagd worden, er zinnen geschreven moeten worden of zelfs een opstel, merken we veel fouten die atypisch zijn, gezien de leeftijd van het kind. Deze problemen zijn hardnekkig en lossen niet op door meer te schrijven of veel over te schrijven.
Dyscalculie
Leerlingen met dyscalculie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met rekenen en wiskunde op een bepaald gebied of verschillende gebieden. Op vlak van automatiseren kunnen zij bijvoorbeeld moeilijkheden vertonen met splitsingen en tafels, cijfers correct lezen en schrijven, eenvoudige bewerkingen,… (geheugendyscalculie). Verder kunnen moeilijkheden voorkomen met het toepassen van rekentechnieken en -procedures en het volgen van stappenplannen die nodig zijn voor het oplossen van bepaalde bewerkingen (procedurale dyscalculie). Tot slot kunnen ook moeilijkheden met visuo-spatiële deeltaken voorkomen, zoals het aflezen van grafieken, het hanteren van een passer en een geodriehoek en het lezen van de analoge klok (visuo-motorische dyscalculie).